Ooit broedden hier reuzenalken…
De reuzenalk werd het slachtoffer van de meedogenloze jacht door mensen. Ze werden bejaagd voor hun vet, voor hun eieren, voor hun vlees en voor hun veren. Ze werden bejaagd totdat in juni 1844 het laatste broedende paar reuzenalken werd gedood op Eldey, een klein eiland bij IJsland. Een schrijnend detail: het laatste paar werd gedood omdat verzamelaars en musea een exemplaar van deze, ondertussen zeer zeldzame, vogelsoort in hun collectie wilden hebben.
Reuzenalken waren zeevogels van de Noord-Atlantische Oceaan die, evenals pinguïns, niet konden vliegen. Op zee waren de vogels niet te vangen, maar op land, in de broedtijd, waren ze kwetsbaar en een gemakkelijke prooi.
De reuzenalk heeft miljoenen jaren op de aarde geleefd en heeft zich al die miljoenen jaren kunnen handhaven. Het feit dat deze alkensoort niet kon vliegen, stond dat niet in de weg. Het uitsterven van de reuzenalk komt niet door een slechte adaptatie aan zijn leefomstandigheden. Het was een slechte aanpassing aan een nieuwe vijand, de mens, die het uitsterven van de reuzenalk heeft veroorzaakt.
Het verhaal van de reuzenalk is een van de vier verhalen uit mijn nieuwe fotoboek Over leven en uitsterven.

Standbeeld van een reuzenalk op Reykjanes, IJsland, waar het eiland Eldey te zien is. Het standbeeld herdenkt de dood van de laatste twee reuzenalken in 1844. Het beeld is gemaakt door Todd McGrain.















