Vliegen met heremietibissen
Het verhaal van de heremietibis is een van de vier vogelverhalen van ‘Over leven en uitsterven’. Eerder schreef ik al posts over de laatste wilde populatie heremietibissen in Marokko en over de herintroductie van de soort in Oostenrijk en Zuid-Duitsland.
Helemaal bijzonder is het werk van het Waldrappteam in Oostenrijk. Het Waldrappteam heeft kolonies gesticht waar de vogels zelfstandig leven, waar kuikens geboren worden en waar de heremietibissen leren om te trekken naar Italië en Spanje.
Om de vogels te leren om weer te trekken, worden kuikens, afkomstig uit dierentuinen, door menselijke pleegouders grootgebracht vanaf het ei. De kuikens zien en horen niemand anders dan de altijd in geel geklede pleegouders. De jonge vogels beschouwen de pleegouders als hun echte ouders en volgen ze overal, ook in de lucht. De vogels krijgen vliegtraining van de pleegouders. De pleegouders vliegen in ultralight vliegtuigjes en de jonge vogels volgen de ouders die de vogels aanmoedigen met behulp van megafoons. Zo leren de vogels in V-formatie te vliegen en langere afstanden af te leggen. In het najaar vliegen de pleegouders dan met de jonge vogels in hun kielzog van Oostenrijk naar Italië of Spanje. Die ene, begeleide, trektocht is voldoende voor de vogels om in de volgende jaren samen met oudere vogels, zelfstandig te trekken tussen broedkolonie en overwinteringsgebieden.
Al deze inspanningen moeten resulteren in een wilde populatie heremietibissen in Midden-Europa die zichzelf in stand kan houden.
















